Translate

vrijdag 4 april 2014

Wilt u er (alsnog) een tasje bij?

Nu we in crisistijd zitten lijkt het alsof het overal moeilijk gaat. Om mensen tot kopen te overtuigen wordt alle service tot een maximum gebracht. Als klant ben je echt weer koning en de artikelen worden nog net niet knielend op een kussentje aangeboden.
Toch is er een speler in de markt die de klant voor hem aan het werk zet zonder ervoor te betalen. Sterker nog... Wij zijn als klant zelfs bereid om voor de zogenaamde service te betalen.
Maar ja, we kunnen natuurlijk niet zonder de supermarkt. Want als er op het moment omzet gedraaid wordt is het wel in de supermarkt /foodbranche. En logisch, eten moeten we allemaal, het moet vooral gezond en vers zijn. Maar zonder eten kan een mens niet. In tegenstelling tot de modebranche kunnen we als consument ook wel iets langer met die ene broek.
Wel is door de crisis in de supermarkt de verkoop van de huismerken gestegen ten opzichte van de A - merken. De supermarkt komt dit goed uit omdat ze op hun huismerken de meeste marge kunnen pakken. Nergens anders dan in de supermarkt moet je zelf je fruit wegen en er een sticker op plakken. Dat je tegenwoordig je eigen artikelen kunt scannen en aan het einde alleen nog maar met je pasje hoeft te betalen is ook niet meer vreemd. Het wordt 'vermarkt' als dat het allemaal zo handig en snel is. En als je een foutje maakt in het wegen of scannen krijg je een waarschuwing dat JIJ het verkeerd doet. Eigenlijk wordt er op deze manier bezuinigd op personeel en gaat de service zwaar omlaag maar nogmaals het is zo makkelijk en snel. Maar wat mij het meest verwonderde is dat het best verkopende product in de supermarkt het plastic tasje is. Dat tasje waar je bij de kassa achter komt dat je thuis vergeten bent.
Volgens een artikel in het financieel dagblad wordt een tasje gemaakt voor 0,057ct deze worden ingekocht voor 0,06 en verkocht voor 0,25ct.  Dit levert de branche in totaal 47 miljoen euro op.
En natuurlijk is dat slim bedacht en mag er zeker wat verdient worden. Maar wat mij nu juist aan het denken zette was dat ik zelf heel vaak vergeet een tasje mee te nemen van thuis en altijd denk, dat ik daar niet aan gedacht heb.
Ik bedacht me, eigenlijk moeten de supermarkten een deel van deze 47 miljoen afstaan aan de non food detailhandel.  Want als je gewoon naar de stad gaat om een broek of schoenen te kopen krijg je daar standaard een tas bij. Zelfs al zou ik het geld hebben dit dagelijks te kunnen doen zou ik daar iedere dag netjes een tasje omheen krijgen.  Sterker nog als ze me daar zouden zeggen dat ik al 0,10cent zou moeten betalen voor een tasje zou ik ze voor gek verklaren.
En door die verwennerij in de non food denken we bij het winkelen in de supermarkt er niet aan om een tasje van thuis mee te nemen.
Als je dan in de supermarkt bent, ondertussen verleid wordt tot meerdere aankopen, bedenk je bij de kassa... tasje vergeten. En je gaat toch niet met al die artikelen los naar de auto slepen. Dan maar voor het 'gemak' 0,25ct betalen. Het is eigenlijk belachelijk wat wij van onze supermarkt accepteren. Stel je zou naar een modewinkel gaan en je wilt een T-shirt kopen. Voordat je hem kunt kopen zul je zelf de juiste prijs erop moeten plakken (als het bij de kassa de verkeerde prijs blijkt krijg jij de schuld) je moet hem passen maar om gebruik te maken van de spiegel moet je in een rij gaan staan en geduldig op je buurt wachten.  Eenmaal bij de kassa hoef je alleen nog maar met je pasje te betalen. Maar daar wordt wel nog even 0,25ct bijgerekend voor een tasje.
Vreemd hoe we dat op een andere plek wel allemaal accepteren en heel normaal vinden. Terwijl ze daar echt niet hoeven te klagen over de crisis.
Een ding weet ik nu wel... ik leg nu standaard een boodschappentas in de auto neer. En vraag personeel in de supermarkt mij vriendelijker te behandelen terwijl ik hun veel werk uit handen neem door zelf te wegen te scannen en af te rekenen. Goede service in de non food zal ik vanaf nu extra waarderen.

zondag 1 december 2013

Baarden en snorren

 Brrrr! wat is het koud. Afgelopen week zat ik er nog warmpjes bij met mijn 'no shave november baard' en vanaf nu mag de koude wind mijn gezicht snijden.

Afgelopen maand was het niet zomaar november, maar 'no shave november' of 'movember'. Naast het goede excuus je  een maand lang niet te scheren, was dit namelijk voor het goede doel. Waar vrouwen met pink ribbon de strijd aan gaan. Pakken de mannen het in november ruig aan door hun baard of snor te laten staan. Door middel van deze wildgroei praktijken proberen wij mannen aan dacht te vragen voor Mannen ziektes in het algemeen met als specifieke focus prostaatkanker.

Gezien ik afgelopen jaren om mij heen gezien heb dat geld geven aan de kankerstichting en de hartstichting een investering is in de toekomst. Was het voor mij een logische stap in november mijn baard te laten staan. Niet alleen vragen we op deze wijze aandacht, ook heb ik gemerkt dat het in je directe kring bespreekbaar wordt doordat je moet uitleggen dat je scheerapparaat echt niet stuk is.

Als een soort van huisdier heb ik afgelopen maand goed voor hem gezorgd. Als er wat geks was knipte ik hem een beetje bij. Onder de douche gebruikte ik wat extra shampoo voor de baard. En waar vrouwen altijd het scheermes van de man 'lenen' was het nu onze beurt met de conditioner om je baardje zachter te maken. Het hele proces werd vastgelegt en op facebook gedeeld onder de vrienden.
Sommigen werden in no time een echte baardaap en bij anderen kreeg je het idee dat er wat stof aan de kin was blijven plakken. Niet alleen werden er foto's gedeeld, alle baardgerelateerde informatie was welkom en de nodige beautytips over baardverzorging werd gedeeld.

Op straat zag je het ook, steeds meer mannen met baarden en snorren. Opeens was het niet meer bespreekbaar maar werd er bij herkenning van je 'Mobro' of 'beardbro' stoer naar mekaar gegroet. Als in een soort van 'you never talk about fight club' herkenning vervolgde je je weg in het dagelijks leven.

Maar helaas kwam er 1 december een eind aan het avontuur. Na weken beter verzorgen dan je kamerplanten en koesteren als een kostbaar sieraad moesten we afscheid nemen van ons baardje. Ook daar hebben we maar een scheer ritueel van gemaakt om te kijken of een ringbaardje, of snor ook wel staat.
Maar hoe stoer we dan ook waren met ons baardje of snor. Het was uit respect voor de medemens dat we hiermee begonnen zijn.

En nu... de kou weer in... ik mis hem die baard. 

woensdag 7 augustus 2013

Schoenmaker blijf bij je leest

Ook vandaag weer, Ik sla de weekfolders open en ik denk: "waar zijn we in vredesnaam mee bezig in de detailhandel" waar er steen en been geklaagd wordt over de crisis is men in de detailhandel bezig met 'real life RISK' (het bordspel waarbij je zoveel mogelijk land van je tegenstander moet stelen)
En laten we eerlijk zijn, tijd voor spelletjes hebben we op het moment niet. Het is niet 100% maar iedere dag 150% geven in de detailhandel.  Een van de grootste spelers in ons Risk spelletje is toch wel de bouwmarkt Gamma. Bij de naam Gamma denken wij aan bouwmaterialen, schroeven, hamers, verf en al het andere om je huis er tip top uit te laten zien. Maar al enige jaren kun je er ook terecht voor: laptops, voetbalartikelen, tennisartikelen en perkbloemen. Niet het hele jaar door maar uiteraard op het moment dat er in de markt een 'graantje mee te pikken' valt.
In eerste instantie lijkt dit een fantastische zet. Je moet tenslotte op het juiste moment oogsten. Alleen bij de Gamma ontbreekt het aan de juiste productkennis buiten hun branche, want wat doet titanium nu in een tennisracket? Hoe is de verzorging van mijn perkbloemen?  Stel we zouden boormachines verkopen in de sportzaak dat klopt toch ook niet? Het personeel wil dit toch ook niet, een product verkopen dat gewoon je winkel ingedrukt wordt waar je geen binding mee hebt. Je gaat je er ook niet in verdiepen want het is maar tijdelijk. Advies geven doe je dan liever niet, of anders maar slecht. En uiteraard is het niet alleen de gamma die dit doet ook aldi en lidl hebben hier een handje aan alleen daarvan weten we dat de kwaliteit op dit gebied slecht is, en nemen we het vaak mee om te proberen of om te kijken of we het leuk vinden.
Maar als we ons nu eens bezighouden met de markt waarin we spelen, ons lekker specialiseren en onze klanten van goed, degenlijk en eerlijk advies voorzien dan hebben we toch wat we willen. De klant tevreden de winkel uit laten gaan, daar draait het toch in de basis allemaal om. "Schoenmaker blijf bij je leest" laten we ons bezig houden met waar we goed in zijn, en als we ergens goed in zijn, misschien wel uitmuntend, dan komt de omzet vanzelf